Quantcast
Channel: 09 - Sciencepark Archieven - Vrienden van Watergraafsmeer
Viewing all articles
Browse latest Browse all 12

Botenstalling Nooitgedacht aan de Ooster Ringdijk

$
0
0

2 september 2024
Bron: Het Parool
Auteur: Dylan van Eijkeren

Lees ook: Het 5-centenpontje vaart nog steeds

Deze botenstalling op de Ooster Ringdijk wordt opgeknapt: ‘Stoppen is na 110 jaar geen optie’

Botenstalling Nooitgedacht – 2024 – Foto: Jo Haen – Alle rechten voorbehouden

Een botenstalling aan het Nieuwe Diep
Deze zomer is het 110 jaar geleden dat de overgrootvader van Irma Hartog een botenstalling begon aan het Nieuwe Diep. De achterkleindochter heeft ambitie: ‘Ik wil het familiegevoel hier terugkrijgen.’ Al moet de stalling worden opgeknapt, het mag niet te duur worden, want ook ‘gewone werkmensen moeten een bootje kunnen betalen’.

Irma op het pontje – 2022 – Foto: Toine Roestenburg – Alle rechten voorbehouden

Terwijl Irma Haagsma-Hartog (63) een voormalig ponton van de Wehrmacht over de Ringvaart trekt, zegt ze: “Vroeger was het pontje van hout. In 1953 hebben we dit stalen ponton kunnen kopen.”
Gaat het trekken niet zwaar? “Nee, het gaat best licht, probeer maar.” Dan wijst Haagsma, halverwege de oversteek, naar het westen, richting stad. “De zonsondergangen hier zijn prachtig.”

Die zonsondergangen ziet ze al haar hele leven. Haagsma is de vierde generatie van haar familie die aan de Ooster Ringdijk een pontje en een botenstalling uitbaat. De stalling heet Nooitgedacht, al mag je ook Nooit-Gedacht schrijven, en zou plaats kunnen bieden aan pakweg zeventig boten. Haagsma beperkt de capaciteit dezer dagen tot een boot of veertig, vijfenveertig – waarover dadelijk meer.

Kees Hartog, de vader van Irma – 1987 – Alle rechten voorbehouden

“Aan de vrouwelijke kant”
In 1914 kocht de overgrootvader van Haagsma, de opa van haar moeder, Gerrit van den Brink, het pontje (‘de overhaal’) van ene meneer Versanen, een ‘kanostalling’ begon hij er zelf. Dat is ruim een eeuw geleden; Nooitgedacht is sindsdien altijd in de familie gebleven. “Aan de vrouwelijke kant,” zegt Haagsma, “de mannen hielpen en helpen wel mee, maar die hadden altijd hun eigen banen.” Haagsma’s moeder liet de ‘grote stalling’ aan haar zus en zwager. Haagsma’s vader verzorgde ‘de kleine stalling, daar lagen een stuk of tien vissersbootjes. En hij beheerde de pont’.

Ooster Ringdijk 49 – 1972 – Foto: Beeldbank Amsterdam – Alle rechten voorbehouden
Nooitgedacht – 1972 – Foto: Beeldbank Amsterdam – Alle rechten voorbehouden

Eb en vloed
De buurman aan gene zijde van de dijk heet het Amsterdam-Rijnkanaal, en daarmee heeft Haagsma een appeltje te schillen.
De romantiek van de stadse rafelrand triomfeert hier in volle glorie, dat is waar, maar door de boeg- en hekgolven die de grote schepen in het kanaal veroorzaken, kalven de oevers van Nooitgedacht af – er is maar een sluisje dat de stalling scheidt van het wijde water. Volgens Jan Haagsma (65), de-man-van, was het Nooitgedacht-water hier ooit ‘veertien meter breed, nu is het dertig meter. Er is geen onderhoud, er wordt niet gebaggerd, we hebben eb en vloed hier’. Irma Haagsma: “Als je de gemeente belt, zeggen ze dat je het waterschap moet bellen, als je die belt, zeggen ze dat je Rijkswaterstaat moet hebben.”

Foto: Jo Haen – Alle rechten voorbehouden

Bijhouden steigerplaatsen vrijwel onbegonnen werk
Resultaat is dat het bijhouden van de steigerplaatsen vrijwel onbegonnen werk is, want de stroming ter plekke is eenvoudigweg te sterk. De voorziene oplossing heet drijvende steigers. Irma Haagsma: “Het is dus zo: we hebben weinig inkomsten, en we moeten het eerst verdienen voor we kunnen investeren, want we zitten op jaarpacht van de gemeente. Dus een lening of een hypotheek krijgen we niet.”

“Doe je het wel een beetje netjes?
Jan Haagsma ontmoette zijn vrouw precies waar hij nu staat; Irma stond de ramen te lappen en Jan, destijds een kersverse booteigenaar, zei: “Doe je het wel een beetje netjes?” Ze kletsten wat, dronken koffie, en niet veel later, in 1980, woonde Haagsma samen met Hartog; in 1986 trouwden ze: “Met een koets en een paard.”

Jan Haagsma was destijds bontwerker, hij werkt tot op heden als schoen- en sleutelmaker in de Bijlmermeer. Irma’s carrière begon als kantinehulpje van haar tante – die de botenstalling en het pontje beheerde – waarna ze elders ook ‘altijd in kantines’ werkte: in ziekenhuizen, revalidatiecentra, bij De Nederlandsche Bank.Toen haar tante ermee stopte, was het Irma’s beurt als schipper en botenstaller, en hoewel het afkalven vervelend is en ze dus weinig steun krijgt van gemeente, waterschap of waterstaat, is stoppen geen optie. “Liever ga ik nog 110 jaar door.”

Ooster Ringdijk 49 – 2024 – 5-centenpontje en botenstalling – Alle rechten voorbehouden

“Drijvende steigers
De stalling kwam er ietwat verwaarloosd bij te liggen – een neveneffect van de van de oeverafkalving, waar Haagsma wat machteloos naar keek. “We merkten dat we in een neerwaartse spiraal kwamen. Ik durf hier geen zeventig of zestig boten meer aan te laten leggen, wat als iemand valt, er iets afbreekt, als er een ongeluk gebeurt? Ik ben voorzichtig, ik moet ook op mijn klanten passen.”

Moedig voorwaarts!
Dan is er maar een weg, en dat is de weg die moedig voorwaarts heet: nieuwe plannen, en die zijn in de maak. Bij de pakken neerzitten heeft geen zin, immers, al was het maar vanwege de familiehistorie. Deze winter viel het kwartje, en afgelopen lente besloten de Haagsma’s: “We willen het oude doorbreken, het moet hier allemaal wat netter worden. We willen een frisse en fruitige nieuwe start maken, met drijvende steigers dus. Maar het moet ook weer niet te duur worden. Gewone werkmensen moeten ook een bootje kunnen hebben. Want of je nou een dure boot hebt of een kleine: iedereen werkt hard voor zijn bootje.”

De bootjes in kwestie zijn veelal bescheiden kruisertjes, zeilbootjes, de dierenambulanceboot, vissersbootjes en roeibootjes. Vooralsnog opvallend ‘weinig Jan van Gents,’ waarmee Haagsma de grachtensloepen bedoelt. “Misschien wordt dat straks, na de opknapbeurt van de stalling anders.” De maximale doorvaarthoogte van de sluis is 1,60 meter; voor al te grote boten is Nooitgedacht zodoende überhaupt niet bereikbaar.

Scheepswerf Nooitgedacht gezien in noordelijke richting naar het Nieuwe Diep – 1962 – Foto: Beeldbank Amsterdam

Net als vroeger, een beetje saamhorigheid
Haagsma: “Ik wil het familiegevoel hier terugkrijgen. Dat mensen een praatje met elkaar maken, weten wie er naast hen ligt, elkaar even helpen en als ze zien dat een zeiltje bij de buurman los is geraakt, het even vastmaken. Net als vroeger, een beetje saamhorigheid.”

Om dat te bewerkstelligen, organiseert ze via een groepsapp stallingsdagen – enkele zaterdagen per jaar komen de stallinghouders bijeen en dan ‘doet iedereen wat hij kan. De een maait het gras, de ander verft een hek, weer een ander repareert een steigertje’.

Het terras – 1972 – Foto: Beeldbank Amsterdam – Alle rechten voorbehouden

Terug op het pontonpontje, kijkend richting stad: “Er zijn nog maar weinig van dit soort plekjes in Amsterdam, de stad slokt beetje bij beetje alles op. We weten best dat ons economisch belang marginaal is, maar het zou toch wel jammer zijn als ook wij zouden verdwijnen.”

Ze wijst op de voormalige kantine, waar ze als kleutertje haar loopbaan begon: “Dat was het sociale middelpunt van Nooitgedacht, daar dronken ze koffie en zaten ze te klaverjassen. Die moet worden afgebroken, “maar,” droomt Irma Haagsma hardop, “een kleine uitspanning hier, dat zou toch prachtig zijn? Is het geen paradijs?”

Het pontje is er nog steeds – Foto: Jo Haen – Alle rechten voorbehouden

Een stukje geschiedenis van het vijf-centenontje
Met de bouw van de Indische Buurt rond 1900 kwam er een pontje, een ‘overhaal’: zo bereikten mensen de Westelijke Merwedekanaaldijk, waar zich destijds drie natuurzwembaden bevonden: het ‘drie-centenbadje’ bij de Amsterdamse Brug, Zwemschool Oost (à 10 cent) bij het Gemeenlandshuis en het Plashuis (à 15 cent) bij de Diemerzeedijk.

Via een houten handgreep werd de pont over een kabel naar de overkant getrokken. Wandelaars betaalden vijf cent (een stuiver), fietsers het dubbele. De overlevering wil dat mensen vaak in rijen stonden te wachten om te worden overgezet. Snoep en limonade kwamen vanuit een houten kiosk aan de overkant van de dijk. Irma Haagsma: “Als kleuter al stond ik, op een kistje, chocoladereepjes uit te geven.”

Nooitgedacht – 1981 – Beeldbank Amsterdam- Alle rechten voorbehouden

Het pontje en de omgeving zijn meermaals als decor gebruikt, onder meer door liedkunstenaar Drs. P voor de clip bij zijn hit Veerpont (Heen en weer) uit 1976.

In 1990 werd even verderop een tijdelijk bruggetje aangelegd ten behoeve van een triatlon. Erg tijdelijk bleek dat bouwwerk overigens niet: 34 jaar later is het er nog altijd. Net, overigens, als het pontje. Toeloop is er nog altijd, zegt Irma Haagsma: “De ponton maakt deel uit van het Westerborkpad.” Die route, à 29 etappes, ruim 334 kilometer, volgt de spoorlijn van de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam richting kamp Westerbork – een meer historisch alternatief voor het welbekende Pieterpad (26 etappes, 500 kilometer): https://www.wandelnet.nl/westerborkpad ).

Het bericht Botenstalling Nooitgedacht aan de Ooster Ringdijk verscheen eerst op Vrienden van Watergraafsmeer.


Viewing all articles
Browse latest Browse all 12